Werkdruk in het onderwijs bespreekbaar maken
Werkdruk bespreekbaar maken kan een hele kluif zijn. Afhankelijk van de organisatie waarin je werkt, is dat prima of juist not done: je leidinggevende kan er voor openstaan of het allemaal afdoen als ‘gezeur’. Ik blogde er al eerder over, maar vond het tijd voor meer diepgang, naar aanleiding van een vraag die ik kreeg tijdens een workshop Slimmer Werken in het Onderwijs. Hoe pak je dat aan, werkdruk bespreekbaar maken in het onderwijs?
Kies je kanaal en moment: wanneer en waar?
Het is altijd slim om goed na te denken over het kanaal dat je kiest om dit bespreekbaar te maken, in combinatie met het moment waarop je dat doet. Als een punt bij ‘wat verder ter tafel komt’ in een vergadering die toch al uitloopt, en waar mensen op hun stoel zitten te draaien, zal het niet zo goed landen. Bovendien krijgt het dan niet de tijd (en dus aandacht) die het verdient.
Het is verstandig om een moment te kiezen waarop betrokkenen er samen over kunnen praten. In een teamoverleg dus, of tijdens een apart ingelast overleg.
En: wie zijn de betrokkenen? Is het alleen onderwijzend personeel of wil je het breder trekken? Dat maakt de discussie anders, maar ook het moment anders.
Bepaal je doel: wat moet het opleveren?
Bedenk van te voren wat je met de discussie (even gesteld dat je zoekt naar een dialoog, een discussie) wilt bereiken. Dat kan één of meer van deze zijn:
- Je zorgen uitspreken over wat je zelf ervaart, of wat je bij collega’s ziet gebeuren. Overbelasting, problemen bij overdracht, verschillen van inzicht, mensen met een dreigende burnout – allemaal mogelijk.
- Het streven om concrete dingen te veranderen in de manier waarop wordt gewerkt en/of wordt aangestuurd. Dat kunnen dingen zijn als: afspraken maken over waarvoor jullie mail gebruiken, beter inzicht krijgen in de normjaartaak en wat die praktisch betekent in relatie tot je overwerk, een andere manier van opslaan/delen van documenten.
- Een dialoog op gang brengen die op termijn kan leiden tot bovengenoemde veranderingen in de manier van werken en/of aansturen. Dit is vooral het geval als er veel verschillende beelden zijn over de werkdruk; je wilt hierin een welles/nietes discussie voorkomen, want daar heb je niets aan. Wat de een lekker druk vindt, vindt de ander over de grens.
Ook is een dialoog nodig als je nog niet precies helder hebt welke kant het team op zou moeten met veranderingen en afspraken; dat is sowieso iets om samen te verkennen. Als het uit het team zelf komt, wordt het breder gedragen en is de kans groter dat er ook écht iets verandert.
De vorm kiezen: hoe breng je het?
Dan nog de vorm waarin je het kunt gaan doen. Daarvoor zijn ook verschillende mogelijkheden:
- Je kunt vertellen over je eigen ervaring en behoeften en vragen naar die van de rest. Zo komt er een gesprek op gang. Wel nuttig is het wanneer je aangeeft waartoe het moet leiden. Zijn er afspraken gewenst? Dan moet men concreet worden in het vertellen over eigen ervaringen.
- Je kunt mensen laten reageren op stellingen, zoals ik vaak doe tijdens een workshop. Dat werkt vaak goed om de tongen los te maken, zeker wanneer je hem vrij hoekig insteekt: “Bij ons op school is de werkdruk geen enkel probleem voor de leerkrachten” of “Klachten over werkdruk zijn vooral een modeverschijnsel, net als RSI, en niet gebaseerd op feiten”.
- Je kunt samen met een collega alvast nadenken over wat je wilt veranderen en samen een voorstel voorbereiden dat je inbrengt bij de rest.
Het kader invullen: wat gaat het worden?
- Pas op dat je met je goede bedoelingen niet lijnrecht tegenover een andere partij (bijvoorbeeld je directeur) komt te staan. Dat kan gebeuren als je de verantwoordelijkheid voor het omgaan met werkdruk nadrukkelijk bij hem of haar legt. Of wanneer je collega’s die andere keuzes maakt confronteert met jouw visie op hun keuzes, op een manier die hen tegen de schenen schopt (“Ik snap niet dat jij niet allang bent afgebrand, dit is toch niet normaal?”).
- Probeer het deel dat echt discussie en het uitwisselen van evaringen is, niet te lang laten doorlopen. Het moet geen klaaguurtje worden waarin je elkaar naar beneden praat, maar moet leiden tot concrete verbeteringen. Blijf daarom, als dat even kan, positief ingesteld en zoek naar het ‘Hoe dan wel?’.
- Laat in je oplossingen ruimte voor een persoonlijke invulling. Mensen hoeven niet een keurslijf te volgen, maar mogen ook de accenten anders leggen of dingen niet doen als dat niet goed voelt. Dit natuurlijk wel als dat praktisch ook kan: het moet niet zo zijn dat jullie kiezen om bestanden alleen nog maar centraal op te slaan en één persoon uit het team doet dat lekker niet.
- Zoek medestanders en meedenkers. Je hoeft het niet alleen op te lossen!
Als laatste: het kan verfrissend werken wanneer een buitenstaander dingen zegt, in plaats van iemand vanuit het team. Ik denk graag met je mee over hoe dat kan en maak een voorstel op maat voor jullie team; dat kan zijn een workshop workshop of training Grip op Werkdruk, Energie en Stress, of een specifieke sessie over bepaalde aspecten van omgaan met werkdruk. Neem gerust vrijblijvend contact op als je vragen hebt; mijn neutrale rol maakt het makkelijker om dingen bespreekbaar te maken.
Werk ze!
—
Wil je voorkomen dat jouw werkdruk, of die van je team, omslaat in werkstress? Kijk dan eens naar een workshop of training Grip op Werkdruk, Energie en Stress.
Gaat het je om persoonlijke aandacht voor jouw uitdagingen? Dan is een coachingstraject Met Meer Plezier Productief misschien een goede keuze. Daarover vind je hier meer informatie, maar je kunt je ook vrijblijvend en kosteloos eerst aanmelden voor een Valkuilcheckgesprek.
—
[…] laatste is het belangrijk om werkdruk bespreekbaar te maken binnen je organisatie. Daarmee zorg je dat het een gedeeld punt wordt, waarmee jullie samen concreet iets gaan doen, in […]