Laad je batterij op tijd op

Een mens draait op energie. Je doet dingen die energie kosten, of energie opleveren. Heb jij goed inzicht in je eigen energieverbruik? En dan bedoel ik niet je verbruik in gas en electriciteit (al kan het nooit kwaad om dat eens te meten), maar je energieverbruik in je werk. Laad je batterij op tijd op, anders vertraagt je tempo én je werkplezier.

Meten is weten . Welke klussen kosten je enorm veel energie? Spreid die over de dag of over de week, als het even kan. En doe ze in elk geval niet om half vijf ’s middags, als je eigenlijk al merkt dat er minder uit je handen komt.

Ken je eigen piek- en daluren. De meeste mensen weten wel of ze ochtend- of avondmens zijn (zo niet: test dat hier), maar moeten even nadenken als je vraagt naar hun werkritme. Denk er eens over na: op welke momenten van de dag krijg jij het meeste gedaan? Veel voorkomende piekmomenten zijn rond 11 uur ’s morgens, 3 uur ’s middags en (voor avondmensen) 9 uur ’s avonds. Bewaar de belangrijkste taken voor de momenten dat je de meeste energie hebt, en verspil ze niet aan kleine routineklusjes. Die zijn meer geschikt voor de post-lunch-dip, of het einde van de middag.

Dicht energielekken. Een kletsgrage collega die je vaak uit je concentratie haalt kan een enorm energielek zijn. Maar ook een manager die met vage opdrachten komt waarvoor je nog ontzettend veel moet uitzoeken voordat je aan de slag kunt. Irritatie = vaak energieverlies. Kijk hoe iets anders kan. Geef anderen feedback over hun gedrag, als je ergens echt mee zit.

Zoek oplaadpunten. De koffieautomaat is er voor de caffeïne, maar ook voor het informele gesprek. Dubbel opladen dus! Denk na over wat je leuk vindt in je werk, welke contacten je inspiratie geven of welke taken je hoofd op een positieve manier doen ‘zoemen’. Zoek die mensen of werkzaamheden bewust op en doe er je voordeel mee.

Draai de kraan op tijd dicht. Mensen in een HNW-werksituatie of zelfstandig ondernemers hebben daarin meestal al enorm veel vrijheid, maar zelfs al hangt dat label niet officieel aan jouw werk, draai dan toch je energiekraan op tijd dicht. Als je merkt dat het voor vandaag echt ‘op’ is, al is het pas vier uur, maak dan de balans op. Wat moét er vandaag nog per se gebeuren? Wat kan wachten? Overleg – voor zover nodig – met je collega’s of manager en deel je tijd opnieuw in. Na het eten een uurtje door kan in sommige gevallen de beste oplossing zijn. Of morgen wat eerder beginnen, later stoppen.
Of: gewoon de boel de boel laten.

Werk ze!

—